Interview met Leo Heezen uit Buitenland van Rhoon
https://www.buijtenland-van-rhoon.nl/nieuws/leo-heezen-blikt-terug-op-zijn-periode-als-bestuurslid/
Januari 2024
Sinds kort is het stokje van bestuurslid natuur Leo Heezen overgenomen door Jos Bisschops, directeur van het Zuid-Hollands Landschap. Bij het aantreden van Leo Heezen in 2021 vroegen we hem wat hij als bestuurslid voor elkaar wilde krijgen. Nu blikken we terug op afgelopen periode: “Ik kijk positief terug, maar er zijn ook zorgen voor de toekomst.”
Hoe kijk je terug op afgelopen twee jaar?
“Ik kijk met veel plezier terug. We hebben een hoop goede dingen kunnen doen. Het was een leerzame periode waarin we veel voortgang hebben kunnen boeken. De aanleg van de natuurvriendelijke oevers is een grote stap voorwaarts geweest en ik ben blij met de aanleg van het griendje.
Ook de projectmatige aanpak heeft geleid tot Streefbeeld Plus. Daarbinnen is vormgegeven aan recreatieve plaatsen zoals uitkijkpunten, bankjes, bruggetjes en ruiterpaden. Er zijn twee plekken waar ik in het bijzonder naar uitkijk: het vogeluitkijkpunt aan het eind van de Zegenpoldersedijk en de uitkijktoren aan de noordkant. De uitkijktoren geeft een mooi overzicht op het hele gebied en de variatie ervan. Bovendien trekt het kinderen aan die vanaf daar het gebied kunnen ontdekken. Vanaf het vogeluitkijkpunt kun je straks in rust uitkijken over de ontwikkelingen in de Zegenpolder. Dat vind ik leuk.”
“Als bestuurslid heb ik op verschillende manieren mijn stempel kunnen drukken op de plannen. Ik heb mij ingezet voor het pas aangelegde griendje en de andere griendjes die op de planning staan. Ik heb gekeken naar de paden, wandelroutes en de verbinding tussen de buitendijkse gebieden en de binnendijkse gebieden. Die komen nu beter tot hun recht. Voorheen werden de grienden los gezien van het Buijtenland van Rhoon. Paadjes sloten bijvoorbeeld niet aan op de rest van het gebied. Nu sluiten de paden op elkaar aan en ook de bankjes en uitkijkpunten zijn gezamenlijk bedacht.”
Toch zijn er ook zorgen. Bijvoorbeeld over de rol en kennisoverdracht van het kennisconsortium. Leo Heezen: “De stempel die ik heb kunnen drukken op de plannen afgelopen jaar is beperkt, omdat de afspraken met het consortium zoals vastgelegd in het werkplan leidend zijn. Het luisteren naar lokale mensen die ook wat kunnen inbrengen zou goed zijn voor het vertrouwen.”
Ook maakt Leo Heezen zich zorgen over het lange termijn draagvlak. “Het buitendijkse deel van de polder heeft vijftig jaar geleden dezelfde transitie meegemaakt als het Buijtenland van Rhoon nu. Er is van alles ontwikkeld en dat heeft veel geld gekost. Zodra de financiering ophoudt, komt het beheer en onderhoud in de knel. Ik hoop niet dat hetzelfde gebeurt in het Buijtenland van Rhoon.”
“Ik verwacht dat mijn opvolger dat gaat oppakken. Het Zuid Hollands Landschap is eigenaar van het Klein Profijt, dat ligt in de grienden. Het is dus ook in zijn voordeel om die betrokkenheid en verbinding beter te maken. Andere aangrenzende gebieden zijn van Staatsbosbeheer. Daarom heb ik bij Jos Bisschops neergelegd dat de betrokkenheid van Staatsbosbeheer moet worden meegenomen. Anders worden het eilandjes.”
Een van de oplossingen die de gebiedscoöperatie nu al heeft voor de lange termijn borging is om de gronden en plekken tegen vergoeding te laten beheren en onderhouden door de agrariërs in het gebied.
Bij aanvang van het bestuurslidmaatschap noemde Leo Heezen een aantal plannen voor het Buijtenland van Rhoon, zoals het terugdringen van landbouwchemicaliën, het ontwikkelen van de natuurdoelen in de polder, het zelfstandiger maken van de gebiedscoöperatie en een goede verbinding tussen het Buijtenland en de omliggende gebieden. Hoe kijkt hij daar nu op terug?
Landbouwchemicaliën
“Wat betreft het gebruik van landbouwchemicaliën hebben we daar als bestuur niet veel invloed op gehad. Ik heb wel gezien dat het geleidelijk afneemt, de mindset van de boeren is daarin positief veranderd. Dat doet me deugd. Als we daar in de toekomst grotere stappen in willen nemen, dan zullen de boeren economisch gecompenseerd moeten worden.”
Kennis uit het consortium
“Er zijn wel wat stappen gezet, maar je ziet in de praktijk dat veel kennisoverdracht mondeling plaatsvindt. Belangrijke zaken worden niet gedocumenteerd. In het begin heb ik erop aangedrongen dat de kennis wordt meegenomen in de jaarverslagen en dat is gebeurd. Maar of dat voldoende is en in de toekomst bruikbaar is voor de agrariërs blijft de vraag. We moeten uiteindelijk zonder consortium verder en zo blijf je toch meer afhankelijk.”
De zorgen over de kennisoverdracht van het consortium naar de gebiedscoöperatie zijn bekend. Om die reden zijn er dan ook de afgelopen jaar al stappen gezet om de kennis beter te borgen.
Verbinding omliggende gebieden
Daar zijn goede stappen gezet. Zeker als het Streefbeeld Plus komende twee jaar wordt uitgevoerd, hebben we er een goed geheel van gemaakt.
"Ik heb het met name gehad over de afhankelijkheid van het consortium en dat de inzet van lokale kennis. Zodat er voldoende kennis en enthousiasme is om het project op te volgen. Dat is belangrijk voor het draagvlak en de continuïteit.
Als alle natuurvriendelijke oevers er eenmaal liggen, is het natuurdeel van het Streefbeeld redelijk ingevuld. Dan kan de natuur zich stabiliseren en verwacht ik dat de natuurdoelen gehaald worden."
"Ik blijf het Buijtenland van Rhoon volgen en betrokken bij de Carnisse Grienden. Ik doe allerlei activiteiten zoals het wilgenknotgroepje en de schoonmaak van de grienden. Ook ben ik in gesprek met Cley Whisky. Ik heb in het verleden jenever gemaakt, en dat lijkt op whisky. Ik adviseer bijvoorbeeld over het ontwerp van de installatie. Heel leuk om daaraan bij te dragen."