Zinkstukken

Het 3 jarige rijshout in de Rhoonse en Carnisse Grienden wordt nog steeds gebruikt voor het vervaardigen van zinkstukken. Wel in mindere mate als vroeger, toen snoeide men alles uit een meerjarige griend. Van palen tot aan bonenstaken en ruiterstokken en niet te vergeten het hoephout voor de hoepel makerij maar daar later meer over.

Een zinkstuk dient als onder water bescherming van dijken en zeeweringen. Het beschermt de dijk of zeewering tegen afkalving door stroming of golfslag. Ook bij recente tunnelbouw is het rijshout uit de grienden gebruikt.

Hier wordt het 3 jarige rijshout in een wiepenmachine geduwd. Wiepen zijn een onderdeel van een zinkstuk. Die machine draait links- en rechtsom touw om het hout dat er ingeduwd wordt, zodat er een soort lange rol hout ontstaat. Vroeger werd een wiep aan de wiepstelling gemaakt, er stonden dan behoorlijk wat rijswerkers aan die stelling en draaiden er om de 30 cm een wilgen teen om heen. Met de komst van de wiepenmachine was dat verleden tijd. Met deze machine kan men de dikte en de lengte van de wiepen naar behoefte veranderen.

Hier zie je de wiepenmachine, maar dan van de andere kant. Je ziet de lange rollen wilgenhout (wiepen) naast de wiepenbaan liggen. Let op het touw dat er linksom en rechtsom omgedraaid is. Op de achtergrond liggen de bossen rijshout.

De wiepen worden in een rooster gelegd. De werkpaaltjes markeren de plaats waar de wiepen uitgelegd moeten worden. Wat we hier zien is het onder rooster.

Hier zie je dat het 3 jarige rijshout tussen de wiepen gelegd wordt, men noemt dit de vulling. Je ziet bij elke kruising een werkpaaltje dat de wiepen op zijn plaats houdt. Vervolgens komt er haaks nog een laag op die men kruislaag noemt. Als laatste komt er nog een laag op, de zogenaamde deklaag. De dikte is inmiddels een halve meter geworden. Let op de werkpaaltjes met de touwtjes omhoog, dat zijn de sjorringen die straks het onder en boven rooster met elkaar verbinden.

Het boven rooster wordt aangebracht. Hierna worden de sjorringen aan getrokken zodat het een geheel wordt.

Het maken van een zinkstuk word altijd langs het water gedaan en zo dicht mogelijk bij het werk waar het afgezonken moet worden. Je ziet van het zinkstuk trossen lopen naar een zolderbak met lange sputpalen. Die sputpalen kan men snel laten zakken als het zinkstuk op positie ligt. Er worden meerdere trossen gebruikt om er voor te zorgen dat het zinkstuk niet kapot wordt getrokken (de krachten worden verdeeld). Aan de zolderbak zitten nog twee trossen die naar de sleepboot gaan.

Als het zinkstuk klaar is trekt de sleepboot het geheel het water op en wordt het zinkstuk naar de plaats van bestemming gevaren. Je ziet dat de sleepboot al uit zicht is.

Op de plaats van bestemming wordt het zinkstuk afgezonken door middel van stortsteen. Let op de sputpalen van de zolderbak die geheel naar beneden staan in de bagger, zodat het geheel in positie blijft.

Hier zie je dat er al een gedeelte afgezonken is. Het storten gebeurt vanaf de kant in de richting van dieper water zoals je ziet.

Tegenwoordig wordt veel van kunststofdoek gebruik gemaakt waar het onder rooster eerst op komt te liggen. Men gebruikte ook wel andere soorten hout voor de vulling zoals elzen hout, ook riet werd in zinkstukken verwerkt.

 

 

Wout Groenendijk DE GRIENDWERKER

 

Voor meer informatie zie het boek RIET, uitgegeven door Zuid Boekprodukties bv, Lisse, ISBN 90 584-1025-0.

Dit boek gaat over riet, biezen en griendhout en alles wat daar mee samenhangt.